1.1

Aanvrager dient te voldoen aan de voor de Aangevraagde Rol geldende Toelatingseisen. Teneinde vast te stellen of Aanvrager voldoet aan de Toelatingseisen, dient Aanvrager de procedures te volgen als omschreven in de artikelen 2, 3 en 4 van dit reglement.

1.2

Alle kosten die Aanvrager in verband met de Aanvraag maakt, zijn voor eigen rekening van Aanvrager.

2.1

Instelling die van plan is om een Aanvraag in te dienen voor een Rol in een van de Schemes, dient daartoe het Aanvraagformulier Licentie- of Certificaatovereenkomst in te sturen.

2.2

Aanvrager die een Rol wenst te vervullen, dient hiervoor het desbetreffend Aanvraagformulier in bijgesloten addendum in te vullen en te ondertekenen. Uit het Aanvraagformulier dient duidelijk te blijken voor welke Aangevraagde Rol Aanvrager een Aanvraag indient.

2.3

Aanvrager ontvangt de documentatieset voor desbetreffende Rol en daarna voor eigen rekening een CSA uit te voeren conform het in artikel 3 gestelde.

2.4

Bij de CSA dienen minimaal de documenten genoemd bij de beschrijving van de Aangevraagde Rol in de R&R Online te worden toegevoegd.

3.1

Aanvrager staat er jegens Currence Holding B.V. (hierna: Currence) voor in dat de CSA wordt uitgevoerd conform een door Currence ter beschikking gesteld CSA-formulier en daarin opgenomen voorschriften alsmede conform het in leden 2 tot met 4 bepaalde. Onder Currence Holding B.V. vallen Currence iDEAL B.V., Currence Incassomachtigen B.V. en iDIN B.V.

3.2

De CSA mag slechts na het indienen van de Aanvraag worden uitgevoerd en mag geen langere periode beslaan dan 6 maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst door Currence van de Aanvraag. Voor zover een langere periode verstreken is, dient Aanvrager een nieuwe Aanvraag te doen en de procedure zoals vastgelegd in dit reglement opnieuw te doorlopen.

3.3

Na afloop van de CSA zal Aanvrager Currence schriftelijk op de hoogte stellen van de uitkomsten van het onderzoek, en deze uitkomsten neerleggen in een aan Currence gericht rapport. Dit rapport dient te voldoen aan (i) de door Currence terzake gestelde algemene vormvoorschriften en concrete aanwijzingen, (ii) de door Currence gestelde eisen ten aanzien van de inhoud en voorts (iii) voldoende gedetailleerd zijn om Currence op basis van het rapport inzicht te verschaffen in de mate waarin Aanvrager voldoet aan de Toelatingseisen.

3.4

Op het moment dat Aanvrager de in het vorige lid bedoelde CSA-formulier met bijbehorende documentatie bij Currence indient, mogen er niet meer dan 6 maanden verstreken zijn sinds het moment waarop de Aanvraag door Currence ontvangen is. Voorzover een langere periode verstreken is, dient Aanvrager een nieuwe Aanvraag in te dienen en de procedure zoals vastgelegd in dit reglement opnieuw te doorlopen.

3.5

Indien (i) Currence constateert op basis van het in lid 3.3 bedoelde rapport dat Aanvrager aan de Toelatingseisen voldoet, (ii) tot genoegen van Currence door Aanvrager desgevraagd is aangetoond dat de beoordelingsprocedure bedoeld in dit artikel , conform dit reglement is uitgevoerd is, (iii) het in lid 3.3 bedoelde rapport voldoet aan de daaraan gestelde eisen, (iv) Currence geen feiten of omstandigheden bekend zijn die naar het oordeel van Currence in de weg staan aan het toestaan van het vervullen van een Rol door Aanvrager en (v) indien uit het onderzoek als in lid 6 bedoeld blijkt dat Aanvrager gereed is de R&R na te leven, zal Currence Aanvrager een schriftelijk onherroepelijk aanbod doen tot het sluiten van een Licentie- of Certificaatovereenkomst, zulks afhankelijk van de Aangevraagde Rol, in de vorm zoals bij het aanbod gevoegd. Currence zal Aanvrager in dat geval uiterlijk binnen de in lid 3 genoemde termijn na ontvangst van het rapport als bedoeld in lid 3.3 een dergelijke overeenkomst ter ondertekening doen toekomen, of schriftelijk Aanvrager informeren dat Currence gebruik maakt van het in lid 6 bedoelde haar toekomende recht. Het aanbod vervalt indien de Licentie- of Certificaatovereenkomst niet aanvaard wordt in de vorm zoals bij het aanbod gevoegd binnen 30 dagen na dagtekening van het aanbod. De werking van artikel 6:225 leden 2 en 3 BW is hierbij uitdrukkelijk uitgesloten.

3.6

Op basis van het in lid 3.3 bedoelde rapport is Currence gerechtigd –onverminderd overige Currence toekomende rechten – een onderzoek te doen naar de mate waarin Aanvrager gereed is de R&R na te leven. Indien uit het onderzoek blijkt dat de Aanvrager voldoet aan de Toelatingseisen, zal Currence conform lid 5 Aanvrager het aanbod doen.

3.7

Aanvrager verleent Currence en door haar ingeschakelde derden, onverwijld toegang tot bescheiden en rapporten en de onderliggende gegevens, systemen, ruimtes en personen en Aanvrager zal alle overige in redelijkheid gevraagde medewerking verlenen, die naar het redelijk oordeel van Currence relevant zijn om Currence in staat te stellen het in lid 6 bedoelde onderzoek uit te voeren.

3.8

Aanvrager is verplicht Currence onverwijld informatie te verstrekken en op eerste verzoek van Currence bescheiden te overleggen die naar het oordeel van Currence relevant zijn in het kader van het de beoordeling als in lid 6 en 7 bedoeld is.

4.1

Currence kan algehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen van de bepalingen van dit reglement. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden en voorschriften verbonden worden.

5.1

Alle aansprakelijkheid van Currence jegens de Aanvrager voor schade voortvloeiend uit of verband houdende met de Aanvraag, met inbegrip van de in dit reglement beschreven toelatingsprocedure is uitdrukkelijk uitgesloten.

6.1

Partijen zullen geheimhouding in acht nemen, ten aanzien van vertrouwelijke informatie, zowel gedurende Aanvraag als daarna. Onder vertrouwelijke informatie wordt onder meer begrepen:

• commerciële, financiële en technische informatie, onafhankelijk van de vorm, over de andere partij, diens onderaannemers, klanten, en leveranciers verkregen in het kader van de Aanvraag, welke informatie (i) door de openbarende partij als vertrouwelijk is aangeduid, (ii) informatie is voortkomend uit vertrouwelijke informatie, of (iii) informatie is waarvan partijen het vertrouwelijke karakter kennen of behoren te kennen;

• alle gegevens van derden die Currence aan Instelling, en Instelling aan Currence verstrekt in het kader van de Licentie- of Certificaatovereenkomst;

• de inhoud van het Toelatingsreglement met inbegrip van alle documenten van Currence waarnaar in dit Toelatingsreglement verwezen wordt.

6.2

De geheimhoudingsplicht geldt niet voor informatie die (i) al bekend was aan de andere partij voordat deze de informatie ontving en daarvoor al vrije beschikking had over de informatie, (ii) openbaar is zonder dat de vorige bepaling wordt geschonden, en (iii) onafhankelijk en zonder kennis van de verstrekte informatie is gecreëerd door de ontvangende partij zelf.

6.3

Een partij is gerechtigd vertrouwelijke informatie van de andere partij aan derden te verstrekken voor zover noodzakelijk voor nakoming van zijn verplichtingen uit dit Toelatingsreglement en mits deze derden zich op hun beurt tot geheimhouding van deze informatie verplicht hebben.

6.4

Instelling en Currence verbinden zich om personeel dat bij de uitvoering van de Aanvraag betrokken is te informeren over de inhoud van de geheimhoudingsplicht neergelegd in dit artikel en staan jegens elkaar in voor de naleving daarvan door hun personeel.

6.5

Onverminderd de verplichtingen van Currence en Instelling tot vertrouwelijkheid op grond van dit artikel zal geen bepaling uit dit Toelatingsreglement zich verzetten tegen het verstrekken van informatie (i) aan een juridische instantie in het kader van een geschil tussen Currence en de Instelling, (ii) op verzoek van een toezichthouder die op grond van een wettelijk voorschrift belast is met het houden van toezicht op Currence of de Instelling, of (iii) indien daartoe een wettelijke plicht bestaat.

7.1

Onverminderd de overeengekomen verplichting tot geheimhouding, zal Certificaathouder geen mededelingen of uitlatingen doen aan derden in het kader van perscommunicatie of andere vormen van externe communicatie met behulp van massamedia met betrekking tot de Producten of Currence, dan na voorafgaande goedkeuring van Currence.

8.1

Op dit reglement is Nederlands recht van toepassing.

8.2

Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van de toepassing van dit reglement en de hierin beschreven toelatingsprocedure zullen bij uitsluiting worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage Instituut ("NAI Arbitragereglement"). In het geval een partij een onmiddellijke voorziening wenst, zal deze partij zich bij uitsluiting bedienen van een arbitraal kort geding conform NAI Arbitragereglement, tenzij een arbitraal kort geding daarin niet kan voorzien.

8.3

De procedure vindt plaats in de Nederlandse taal. De plaats van arbitrage is Amsterdam. Zittingen worden gehouden in het hoofdkantoor van Currence Het scheidsgerecht beslist naar de regelen des rechts.

8.4

Het scheidsgerecht zal uit drie arbiters bestaan. De benoeming van arbiters vindt plaats op de wijze zoals beschreven in onderstaande leden.

8.4.1

Zo spoedig mogelijk na ontvangst van het korte antwoord genoemd in artikel 7 van het NAI Arbitragereglement of, bij gebreke daarvan, na het verstrijken van de termijn voor de indiening van het korte antwoord, zendt de administrateur van het NAI aan ieder der partijen een lijst met negen namen.

8.4.2

De lijst als bedoeld in artikel 8.4.1 wordt door de administrateur van het NAI samengesteld. Deze lijst bevat namen van personen die voldoen aan de benoemingscriteria van het NAI en bestaat uit (i) drie deskundigen op het gebied van berichtenverkeer, (ii) drie deskundigen op het gebied van (IT-)audits, en (iii) drie juristen met een voltooide studie Nederlands recht en met aantoonbare proceservaring. De administrateur maakt daarbij gebruik van de door De Nederlandsche Bank NV en het NAI samengestelde sublijst van personen die aan bovenvermelde criteria voldoen.

8.4.3

Iedere partij kan met betrekking tot elk in lid 4.2 bedoeld expertisegebied maximaal één van de drie namen op de in dat artikel bedoelde lijst doorhalen indien tegen deze personen bij de betrokken partij overwegende bezwaren bestaan, en de overblijvende namen in de volgorde van haar voorkeur nummeren.

8.4.4

Heeft de administrateur een lijst niet binnen 14 dagen na verzending terugontvangen van een partij, dan wordt aangenomen, dat alle daarop voorkomende personen voor die partij gelijkelijk als arbiter aanvaardbaar zijn.

8.4.5

Zo spoedig mogelijk na terug ontvangst van de lijsten of, bij gebreke daarvan, na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn, nodigt de administrateur, met inachtneming van de door de partijen geuite voorkeuren en/of bezwaren, drie door de administrateur te bepalen personen voorkomend op de lijst uit om als arbiter op te treden.

8.5

De administrateur is bevoegd rechtstreeks een of meer andere personen uit te nodigen dan die conform lid 7.4.5 uitgenodigd kunnen worden, indien:

1. een persoon de uitnodiging van de administrateur om als arbiter op te treden niet wil of kan aanvaarden; of

2. om andere redenen dan onder sub a bedoeld zijn, blijkt dat een persoon niet als arbiter kan optreden; of

3. een reeds benoemde arbiter vervangen dient te worden door een nieuw te benoemen arbiter;

4. er onvoldoende personen op de teruggezonden lijsten zijn overgebleven die voor ieder der partijen aanvaardbaar zijn.

De administrateur zal in dit geval, zo mogelijk, personen uitnodigen uit de hiervoor genoemde sublijst.

Het scheidsgerecht zal in alle gevallen bestaan uit personen die de drie expertisegebieden genoemd artikel 7.4.2 vertegenwoordigen. De persoon die het expertisegebied genoemd in artikel 7.4.2(iii) vertegenwoordigt, zal in alle gevallen voorzitter van het scheidsgerecht zijn.

De benoeming van de arbiters overeenkomstig de bepalingen van dit artikel vindt plaats binnen een maand nadat de arbitrage aanhangig is gemaakt. Deze termijn kan uitsluitend door het NAI worden verlengd.

8.6

De in artikel 24 van het NAI Arbitragereglement genoemde memorie van eis respectievelijk memorie van antwoord, kennen elk een maximale termijn voor indiening van zes weken. Hetzelfde is van toepassing op een eventuele memorie van repliek en dupliek.