Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.


Excerpt

Version: 1.04
Date: 01-11-2017

Rood: geldt specifiek voor Incassomachtigen Core
Blauw:  geldt specifiek voor Incassomachtigen B2B 

Voorwaarden

De voorwaarden voor het beschikbaar stellen van de Incassomachtigen Creditor Implementatie Gids zijn:

...

Expand
title...

1.1 Doelgroep

Dit document verstrekt een gedetailleerde beschrijving van de Incassomachtigen oplossing van de Nederlandse banken voor Core en B2B. Het document is bedoeld voor degenen die gedetailleerde informatie behoeven ten aanzien van deze oplossing. 

De specificaties in dit document gelden in beginsel voor zowel de Core als B2B oplossing. Echter, waar een specificatie specifiek geldt voor één van de twee producten is dit in twee kleuren aangegeven:

  • Rood waar dit een Core specificate betreft
  • Blauw waar dit een B2B specificate betreft 

Incassomachtigen Creditors zijn bedrijven die Incassomachtigen willen gebruiken en daartoe een Incassomachtigen contract hebben afgesloten met een bank. Creditors worden geacht een incassocontract te hebben getekend alvorens ze een Incassomachtigen contract aanvragen. 

Dit document is bedoeld voor Creditors die aan willen sluiten op het Incassomachtigen platform van de door hen gekozen Creditor bank. Het behandelt het berichtenverkeer tussen Creditors en hun bank. Voor Creditors is het berichtenverkeer tussen de Routing Service van de Creditor Bank en de Validation Service van de Debtor Bank niet van belang. Dit deel van de Incassomachtigen Standaard wordt daarom in dit document niet behandeld, tenzij de berichten van enig belang geacht worden.

Dit document is niet bank-specifiek; dit wil zeggen dat alleen generieke Incassomachtigen zaken in dit document worden behandeld. Informatie over non-standaard aansluitvormen bij specifieke banken en de hulp-(middelen) die een bank verstrekt om aan te sluiten op Incassomachtigen zijn geen onderdeel van dit document. Voor informatie over deze onderwerpen verwijzen wij u naar de door uw bank verstrekte (aanvullende) documentatie.

Om Creditors verder te ondersteunen, zijn er Software Libraries ontwikkeld in .NET, PHP en Java. Neem contact op met uw bank voor meer informatie betreffende deze Software Libraries.

1.2 Andere referenties

Title

Versie

Verstrekt door

UNIFI (20022)


ISO

SDD Implementation Guidelines

7.0

EPC

SDD Rulebook

7.0

EPC

XML message for SEPA Direct Debit Initiation Implementation Guidelines for the Netherlands Verkrijgbaar op http://www.betaalvereniging.nl/wp-uploads/ 2013/01/XMLMessage-for-SDD-Version-7.0-February-2013.pdf

7.0

BVN

Payments Mandate Urgent Maintenance en de bericht XSD’s  Verkrijgbaar op http://www.iso20022.org/full_catalogue.page onder het kopje ‘Pain - Payments Initiation’

Oktober 2014

ISO

External Code Sets spreadsheet

13 juni 2014

ISO

De Base16, Base32, en Base64 Data Encodering http://www.ietf.org/rfc/rfc3548.txt 

Juli 2003

Network Working Group

Base64 Content-Transfer-Encoding http://tools.ietf.org/html/rfc2045iDxsection-6.8

November 1996

Network Working Group

Multilingual European Subset 2 (MES-2) Unicode.org http://www.utf8-chartable.de/unicode-utf8-table.pl

15 april 2000

CEN

Open Web Application Security Project (OWASP) http://www.owasp.org

Niet bekend

OWASP

XML Signature Syntax and Processing (Second Edition), W3C Recommendation 10 June 2008 http://www.w3.org/TR/2008/REC-xmldsig-core-20080610/

Tweede editie, 10 June 2008

World Wide Web Consortium (W3C)

GUIDELINES ON ALGORITHMS USAGE AND KEY MANAGEMENT (EPC342-08)

Versie 1.1 goedgekeurd 23 februari 2009

EPC

ITU-T RECOMMENDATION X.690 Information technology - ASN.1 encoding rules: Specification of Basic Encoding Rules (BER), Canonical Encoding Rules (CER) and Distinguished Encoding Rules (DER) http://www.itu.int/ITU-T/studygroups/com17/languages/X.690-0207.pdf

(07/2002)

ITU-T

LC858 Use of encryption algorithms and key management systems for banking applications and systems

7 januari 2011

NVB

TLS Protocol version 1.0 http://www.ietf.org/rfc/rfc2246.txt

1.0, januari 1999

IETF

TLS Protocol version 1.1 http://www.ietf.org/rfc/rfc4346.txt

1.1, april 2006

IETF

TLS Protocol version 1.2 http://www.ietf.org/rfc/rfc5246.txt

1.2, augustus 2008

IETF

Referenties

1.3 Conventies met betrekking tot de notaties

Berichten en redirects worden geschreven als dit, en data elementen worden geschreven als dit.

1.4 Definities van online bankieren

In dit document worden de termen 'internet bankieren' en 'online bankieren' gebruikt. Voor Debtor banken die Incassomachtigen mobiel implementeren, zouden deze termen geïnterpreteerd moeten worden als 'internet bankieren' en/of 'mobiel bankieren'. Waar internet of online gerelateerde terminologie gebruikt wordt, moet dit altijd gelezen worden als ook betrekking hebbende op het mobiele kanaal. In geval het mobiele gebruik van Incassomachtigen tot aanvullende vereisten (requirements) leidt, zullen deze specifiek benoemd worden in deze Implementatie Gids.

1.5 Revisies

Versie

Beschrijving

Release datum

1.02

Versie voor publicatie

10 april 2015

1.03

  • De canonicalization method voor het berekenen van de digest is aangepast naar exclusive canonicalization
  • De archiveringseisen zijn verduidelijkt
  • De eisen aan het formaat van eMandateID zijn toegelicht
  • Het gebruik van het Creditor Adres is toegelicht
  • Toegelicht dat de DateTime in het pain.012 bericht het moment van ondertekenen van de Incassomachtiging is

4 mei 2015

1.04

  • Hoofdstuk 13 is toegevoegd, met informatie over de relatie met de incasso
  • De archiveringseisen voor de machtiging zijn verduidelijkt
  • De eisen aan het plaatsen van timestamps door de Creditor zijn verduidelijkt
  • De XML-tags zijn toegevoegd in de tabellen met XML elementen, zodat de tabellen eenvoudiger te relateren zijn aan de xml berichten
  • Toegelicht dat de elektronische handtekening over de machtiging gecontroleerd moet worden door de Creditor
  • De formaateisen voor het veld maximum bedrag zijn verduidelijkt
  • Creditors mogen in B2B het veld ‘maximum amount’ bij amendments (pain.010) niet meer gebruiken (wijziging ten opzichte van vorige versie zakelijk Incassomachtigen CIG)

31 december

2015

1.6 Wijzigingen in vergelijking met eerdere versies

Wijzigingen die zijn doorgevoerd sinds versie 1.02

  1. De canonicalization method die gebruikt wordt voor het berekenen van de Digest is gewijzigd van inclusive canonicalization naar exclusive canonicalization. Dit heeft impact op zowel de berekening zelf, als het gedeelte van het XML bericht waar het berekeningsproces wordt omschreven.
  2. De eisen aan het archiveren van de originele Incassomachtiging (het ISO pain.012 bericht welke de elektronische handtekening en certificaat informatie bevat) zijn verduidelijkt. Het ISO pain.012 bericht can worden gearchiveerd nadat het is uitgepakt uit de XML envelop, met behulp van exclusive canonicalization. Alternatief is dat Creditors er voor kiezen om simpelweg het gehele StatusResponse bericht te archiveren.
  3. De eisen aan het formaat van eMandateID zijn verduidelijkt. Creditors worden er aan herinnerd dat de karakters van een eMandateID beperkt dienen te worden tot de SEPA Direct Debit karakter set, welke strikter is dan de MES-2 karakterset.
  4. Het gebruik van Creditor Adres is verduidelijkt. De Creditor dient zijn adres te registeren via twee adres regels, waarbij de eerste regel over het algemeen gebruikt wordt voor informatie over de straat, het huisnummer en toevoegingen, en de tweede regel voor postcode en stad.
  5. Toegelicht dat de dateTime in het ISO pain.012 bericht het moment van ondertekenen van de Incassomachtiging is. Het element eMandate.DateTimestamp is in de pain.012 tabel geplaatst om dit duidelijk te maken.

Wijzigingen die zijn doorgevoerd sinds versie 1.03

  1. Hoofdstuk 13 is toegevoegd, met informatie over de relatie tussen het product Incassomachtigen en het uitvoeren van de incasso, alsmede de relatie met de overstapservice.
  2. Toegelicht dat het opslaan van het bericht dat de machtiging bevat dient te gebeuren zonder enige wijzigingen aan dit bericht te doen, in verband met de controleerbaarheid van de elektronische handtekening.
  3. De eisen aan timestamps gezet door de Creditor zijn verduidelijkt. De Creditor mag in timestamps na de secondes nul tot drie decimalen meegeven en is dus niet verplicht om altijd drie decimalen te gebruiken.
  4. De XML-tags zijn toegevoegd in de tabellen met XML elementen in hoofdstuk 8 en 9.
  5. Indien het StatusResponse bericht de status “success” bevat is er een pain.012 bericht aanwezig met de elektronische handtekening over de machtiging. Deze handtekening dient gecontroleerd te worden door de Creditor bij ontvangst van de machtiging
  6. De eisen aan het veld maximum bedrag zijn verduidelijkt; het moet een bedrag tussen 0.01 en 999999999.99 zijn met nul of twee decimalen. Het decimale scheidingsteken is een punt.
  7. Voor B2B mogen Creditors geen waarde meegeven voor maximum bedrag bij het wijzigen van een Incassomachtiging. Het veld ‘maximum bedrag’ in het pain.010 bericht mag dus niet meer worden gebruikt. Als een Incassomachtiging wordt gewijzigd dan start dit process op de website van de Creditor. Na de redirect komt de Debiteur in de internetbankieromgeving van zijn bank terecht. De bank toont daar de huidige waarde van maximum bedrag, zoals die bij de bank is geregistreerd (de incasso’s worden tegen dit bedrag getoetst voordat ze mogen worden geïnd). Als de Debiteur dat wil kan hij deze waarde aanpassen. De (aangepaste) waarde van het maximum bedrag wordt vervolgens weer opgenomen in het pain.012 bericht. Dit bericht wordt opgehaald en opgeslagen door de Creditor.

...

  • Real-time online machtigen via een vertrouwd en bestaand internetbankier-product waar de Debtor al bekend mee is;
  • Real-time goedkeuren van de Incassomachtiging door de Debtor en real-time bevestiging van de Incassomachtiging aan de Creditor door de Creditor Bank. De Creditor ontvangt een Incassomachtiging dat getekend is door de Debtor Bank namens de Debtor;
  • Officieel erkend als geldige machtiging door de deelnemende Debtor banken. De termijn voor storneren en terugboeken van de SEPA Direct Debit incasso’s van de Creditor voor Core wordt hierdoor gereduceerd van 13 maanden tot 56 dagen;
  • De Debtor Bank verwerkt alleen zakelijke (Business to Business) SEPA Direct Debit incasso’s indien deze verwijzen naar een vooraf geregistreerde machtiging. Als onderdeel van het Incassomachtigen proces wordt de registratie van de Incassomachtigingen door de bank automatisch bijgewerkt op basis van de afgifte/wijziging/intrekking van een Incassomachtiging. Dit betekent dat de Creditor meteen kan overgaan tot incasseren. In vergelijking met het huidige mandaat-registratie proces zorgt deze methode voor een grote verlaging van de tijd tussen de afgifte van de machtiging en de incassering en het aantal mislukte incasso’s vanwege registratiefouten.
  • Incassomachtigen biedt de flexibiliteit om machtigingen te ontvangen voor verschillende doelen (bijvoorbeeld donaties, tijdschriftabonnementen, telefonische/e-mail bestellingen);
  • Ondersteunt meervoudig ondertekenen in de Debtor Bank omgeving in het geval dat dit nodig is voor specifieke Debtors.

...

  • Gebruik van bestaande online bankier- en mobiele bankierproducten.
  • Communicatie over het Internet.
  • Gebruik van open standaarden in de markt, daar waar mogelijk.
  • Implementatie van de Creditor met zo min mogelijk complexiteit.
  • Maatregelen nemen om betrouwbaarheid te verbeteren, daar waar mogelijk.
  • Gebruik van de Multilingual European Subset 2 (MES-2) standaard karakter set.
  • Selectie van de Debtor bank (Issuer) door de Debtor op basis van de naam van de Debtor bank.
  • Veiligheid en betrouwbaarheid (stabiliteit).

2.2.2 Functionele principes

  • De richtlijnen ter implementatie van Incassomachtigen zoals beschreven in dit document zijn bedoeld voor de Core/Zakelijke (Business to Business) SEPA Direct Debit.
  • De Incassomachtigen oplossing faciliteert het afgeven van nieuwe mandaten, het wijzigen van al bestaande mandaten en het intrekken van bestaande mandaten. De Creditor dient alle functionaliteiten aan te bieden.
    • De enige reden tot wijziging van het mandaat, is wanneer een Debtor van rekeningnummer wenst te wijzigen voor het innen van incasso’s, binnen dezelfde bank of naar een andere bank, of wanneer een Debtor het maximaal toegestane incassobedrag wil wijzigen. Na de redirect naar de internetbankieromgeving van zijn bank kan de Debiteur zijn rekening kiezen en/of het maximum bedrag voor de incasso (opnieuw) instellen.  
    • Het intrekken van Incassomachtigingen wordt voor Core niet ondersteund door de Incassomachtigen oplossing zelf. De reden hiervoor is dat intrekkingen vaak betrekking hebben op het beëindigen van een abonnement of contract, in plaats van op het mandaat zelf. Het intrekken van Incassomachtigingen is om die reden een zaak die elektronisch gefaciliteerd moet worden door de Creditor, zonder dat de Debtor bank daar een rol in heeft.
  • De Incassomachtigen oplossing maakt gebruik van ISO XML 20022 Standaard eMandates berichten om Incassomachtigen-specifieke data over te dragen. De volgende berichten zijn in gebruik: pain.009.01.04 (nieuw, hier wordt ook naar gerefereerd als ‘Issuing’), pain.010.01.04 (wijziging), pain.011.01.04 (intrekking) en pain.012.01.04 (acceptance report). De informatie in het ISO XML 20022 acceptance report (pain.012) fungeert als de daadwerkelijke machtiging. De ISO berichten zijn in een container element geplaatst in de berichten. De XSD’s voor deze ISO berichten kunnen worden gevonden op http://www.iso20022.org/full_catalogue.page, zie ‘pain – Payments initiation’.
  • De Incassomachtigen oplossing is bedoeld voor zowel terugkerende als eenmalige mandaten.
  • In het Incassomachtigen proces wordt de Incassomachtiging-informatie aan de Debtor getoond in het Debtor bank domein.
  • Iedere Incassomachtiging heeft een eMandateID (kenmerk machtiging) dat uniek is binnen het CreditorID. Elke Creditor is verantwoordelijk voor het gebruiken van unieke eMandateID’s. Creditors dienen ervoor te zorgen dat het eMandateID voldoet aan de SEPA karakterset, zodat het gebruikt kan worden in het incassoproces.
  • De Creditor is verantwoordelijk voor het archiverenvan het originele mandaat en de elektronische handtekening (het ISO pain.012 bericht), samen met eventuele wijzigings- of intrekkingsinformatie die op een later moment kan zijn ontstaan. Het is te verwachten dat in de toekomst striktere eisen zullen worden gesteld aan elektronisch archiveren, met name met betrekking tot het waarborgen van de integriteit van documenten over een langere periode van tijd. Op de korte termijn zal binnen de regelgeving omtrent elektronisch identificeren het onderwerp eArchiving geadresseerd worden en zal een wettelijk raamwerk worden opgesteld met betrekking tot tijdstempels. Dit raamwerk zal worden geëvalueerd en worden toegepast in deze implementatie gids. Het ISO pain.012 bericht kan worden gearchiveerd nadat het is uitgepakt uit de XML envelop, met behulp van exclusive canonicalization. Alternatief is dat Creditors er voor kiezen om simpelweg het gehele StatusResponse bericht te archiveren. Het opslaan van het bericht dient te gebeuren zonder het bericht op enige wijze aan te passen, omdat de elektronische handtekening door aanpassingen ongeldig wordt. Een voorbeeld van een wijziging waardoor de elektronische handtekening direct ongeldig wordt is het aanpassen van de opmaak van het bericht.
  • De elementen eMandate.FrequencyFrequencyCount en eMandate.MaxAmountFrequencyPeriod zijn opgenomen in de Incassomachtigen oplossing om de Consumentenbeschermingsinstellingen van de Debtor Bank voor Incasso te faciliteren. Deze elementen zijn echter opgenomen voor mogelijk toekomstig gebruik en zullen niet worden gebruikt in deze versie van Incassomachtigen. De Creditor mag deze velden NIET OPNEMEN in welk Incassomachtigen bericht dan ook.
  • Een goedgekeurde Incassomachtiging wordt voor Core door de Debtor bank gebruikt om de Debtor’s whitelistte updaten, maar dit gebeurt slechts indien de whitelist al geactiveerd was door de Debtor. Een inactieve whitelist zal niet worden geactiveerd door een Incassomachtiging. Een whitelist is de goedkeuringslijst van de Debtor voor incasso in zijn bankdomein. Indien de whitelist door de Debtor is geactiveerd mogen alleen incasso’s van machtigingen die op de whitelist staan door de bank worden uitgevoerd.
  • Indien de Creditor of het MandateID op de blacklist van de Debtor staat, zijn er binnen Core verscheidene opties:
    • De blacklist wordt real-time aangepast door de Debtor, en de Incassomachtiging wordt goedgekeurd.
    • De blacklist moet eerst worden aangepast in een separaat proces, waarbij het Incassomachtigen proces onderbroken moet worden en opnieuw moet worden gestart op een later tijdstip.
  • Voor B2B worden Incassomachtigingen door de Debtor Bank gebruikt om de mandaatregistratie van deDebtor automatisch te updaten:

    • Een goedgekeurde nieuwe Incassomachtiging wordt toegevoegd aan de registratielijst
    • Wijzigingen van een Incassomachtiging (aanpassing van rekeningnummer of maximum incassobedrag) worden verwerkt in de registratielijst
    • Ingetrokken Incassomachtigingen worden verwijderd uit de registratielijst

...

  • De Creditor is het bedrijf dat de incasso int. Dit kan de daadwerkelijk Creditor zijn, of een Collecting Payment Service Provider die in naam van de uiteindelijke Creditor de incasso int.
  • De Debtor is een consument of een bedrijf met een rekening bij de Debtor bank, van welke de Core/Zakelijke incasso’s worden geïnd.
  • De Creditor bank is de bank bij welke de Creditor zijn contract heeft voor het Incassomachtigen product.
  • De Debtor bank is de bank waar de Debtor de rekening heeft waarop hij de Incassomachtiging wil afgeven. Deze rekening MOET door de Creditor worden gebruikt voor de automatische incasso.
  • Routing Service: Dit is een technische rol (routering van berichten) die wordt vervuld door de Creditor bank zelf, of door een derde partij namens de Creditor bank. Waar in dit document de term ‘Routing Service’ wordt gebruikt, dient dit geïnterpreteerd te worden als ‘Routing Service van de Creditor bank’.
  • Validation Service: Dit is een technische rol die vervuld wordt door de Debtor bank zelf of door een derde partij namens de Debtor bank. Waar in dit document de term ‘Validation Service’ wordt gebruikt, dient dit geïnterpreteerd te worden als ‘Validation Service van de Debtor bank’.

...

Functionele Incassomachtigen element namen

 XML element namen

Creditor.CreditorBankID

Acquirer.acquirerID

Debtor.DebtorBankID

Issuer.issuerID

eMandate.ContractID

Merchant.merchantID

eMandate.ContractSubID

Merchant.subID

eMandate.DateTimestamp

Transaction.statusDateTimestamp

eMandate.TransactionID

Transaction.transactionID

Mapping van Incassomachtigen elementen naar xml elementen

Zoals aangekondigd in de introductie zal dit document slechts ingaan op de berichten die worden uitgewisseld tussen de Creditor en de Routing Service. Echter, de berichten die worden uitgewisseld tussen de Routing Service (van de Creditor bank) en de Validation Service (van de Debtor bank) zullen kort worden toegelicht om een goed inzicht in de algehele transactie te verschaffen.

...

Section


Column
width50%

3.1 Algemeen

Een typische Incassomachtigen transactie omvat een (request/response) XML berichtenuitwisseling en twee browser-redirects die zorgen voor het initiëren en het verwerken van een transactie, waarbij alle betrokken partijen geïnformeerd raken over de status van de transactie. De verschillende stappen zijn schematisch weergegeven in Figuur 2de figuur hiernaast.

Er zijn drie request/response paren (ook wel protocollen genoemd) die deel uitmaken van een Incassomachtigen transactie:

  1. Het Directoryprotocol: dit protocol wordt gebruikt om de meest recente lijst van Debtor banken op te vragen van de Routing Service.
  2. Het Transactieprotocol: dit protocol omvat het volledige Incassomachtigen proces van initiatie tot voltooiing.
  3. Het Statusprotocol: dit protocol wordt gebruikt om de status van een transactie op te vragen bij de Validation Service (via de Routing Service). Een StatusResponse met status Sucess bevat de daadwerkelijke Incassomachtiging (pain.012)


Column
width50%

Schematische representatie van de stappen in een Incassomachtigen transactie


  • Door middel van het Directoryprotocol stuurt de Creditor een DirectoryRequest naar de Routing Service. Het DirectoryRequest is een verzoek, in XML formaat, van de Creditor aan de Routing Service om de lijst met aangesloten Debtor banken voor Incassomachtigen op te leveren. De Routing Service levert deze lijst door middel van het DirectoryResponse. De banken die de Creditor in het DirectoryResponse ontvangt toont hij aan de Debtor. De Debtor kiest uit de aangeleverde lijst de Debtor bank waar hij bankiert aan het begin van het Incassomachtigen proces. Het Directoryprotocol wordt in meer detail beschreven in Hoofdstuk 7.
  • Door middel van het Transactieprotocol stuurt de Creditor een TransactionRequest naar de Routing Service, waarin onder andere het ID van de gekozen Debtor bank, de mandaatinformatie en andere transactiedetails worden doorgegeven. Dit bericht bevat ook de merchantReturnURL waar de Debtor, na het afronden van de Incassomachtigen-transactie in het Debtor bankdomein, heen wordt geleid om terug te keren naar de website van de Creditor (redirect).
  • Nadat de Routing Service het bericht van de Creditor ontvangen heeft, voegt hij enkele van tevoren opgegeven Creditor-details toe aan het bericht en stuurt het bericht door naar de Validation Service van de Debtor bank die door de Debtor geselecteerd is. De Validation Service antwoordt met een bericht dat onder andere de Debtor issuerAuthenticationURL bevat. De Routing Service geeft deze issuerAuthenticationURL samen met een uniek TransactieID via de TransactionResponse terug aan de Creditor, welke een antwoord is op de TransactionRequest.
  • De Creditor dient de Debtor nu te redirecten naar de issuerAuthenticationURL, een pagina van het internetbankiersysteem van de Debtor bank. De Debtor komt dan in zijn internetbankieromgeving terecht waar hij verder kan gaan met de Incassomachtigen transactie. De Debtor keurt de Incassomachtiging goed en ontvangt een bevestiging van de Debtor bank. Daarna redirect de Debtor bank de Debtor terug naar de website van de Creditor via de merchantReturnURL. Het Transactieprotocol en de twee redirects worden uitgebreider behandeld in Hoofdstuk 8. 
  • De Creditor initieert tot slot het Statusprotocol door een StatusRequest te sturen naar de Routing Service. De Routing Service vraagt de status van de transactie, indien nodig, op bij de betreffende Debtor bank en retourneert deze status aan de Creditor. Als de gehele transactie foutloos is verlopen, ontvangt de Creditor in de StatusResponse de Incassomachtiging en de elektronische handtekening. In Hoofdstuk 9 is meer informatie te vinden aangaande het Statusprotocol.
  • In plaats van het reguliere response op een van de bovengenoemde requests te leveren, kan er ook een ErrorResponse teruggestuurd worden als een request een fout bevat of als er tijdens de afhandeling van het request een fout optreedt. De ErrorResponse wordt behandeld in Hoofdstuk 10.

Hoofdstuk 5 beschrijft het algemene formaat van Incassomachtigen berichten. In de Hoofdstukken 7, 8 en 9 worden de berichten voor het Directoryprotocol, het Transactieprotocol en het Statusprotocol in detail beschreven.

Expand
titleSpecifieke eisen aan Incassomachtigen Mobiel: Redirect to Debtor bank pagina’s kunnen leiden naar de mobiele app of mobiele website van de Debtor bank

Het stroomdiagram van een Incassomachtigen Mobiel transactie is vrijwel identiek aan de transactieflow van een reguliere Incassomachtigen transactie. Het enige verschil is de automatische redirect naar een landingspagina (op basis van de issuerAuthenticationURL). Op deze pagina kan de Debtor de keuze maken of hij de Incassomachtiging via de (mobiele) website van de Debtor bank of eventueel via de mobiele app van de Debtor bank wil afhandelen. 

Schematische representatie van de stappen in een Incassomachtigen Mobiel transactie

...

4. Functies van de oplossing

Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende specifieke functies van de Incassomachtigen oplossing.Alle  Alle Incassomachtigen processen worden geïnitieerd op de Creditor website door de Debtor. Incassomachtigen processen worden nooit geïnitieerd vanuit het Debtor bankdomein. Het Incassomachtigen (afgevings-, wijzigings- of intrekkings) verzoek wordt gecreëerd door de Creditor. De Incassomachtiging is nog niet compleet; het wordt aangevuld door respectievelijk de Routing Service (met Creditor informatie) en de Validation Service (met Debtor informatie). 

...

Het afgeven van een nieuwe Incassomachtiging wordt ondersteund door het gebruik van het ISO pain.009 bericht type. De Creditor vult de mandaatinformatie in het bericht in. Deze informatie wordt vervolgens aangevuld door de Routing Service met de Creditor informatie en door de Validation Service met de Debtor informatie, waarna het complete mandaatverzoek goedgekeurd dient te worden door de Debtor. Na akkoord van de Debtor voegt de Debtor bank een elektronische handtekening toe aan de Incassomachtiging namens de Debtor. De getekende Incassomachtiging wordt vervolgens opgehaald door de Creditor in het Statusprotocol en moet worden gearchiveerd. 

...

De Creditor is vrij om intrekkingen van bestaande (papieren) mandaten te accepteren via de Incassomachtigen oplossing.

4.4 Consumentenbeschermingsinstellingen

eMandate.FrequencyFrequencyCount en eMandate.MaximumAmount zijn FrequencyPeriod zijn opgenomen in dit document voor mogelijk toekomstig gebruik om de consumentenbeschermingsinstellingen van de Debtor banken te faciliteren. In de huidige implementatie van Incassomachtigen dienen deze elementen daarom niet te worden verwerkt door de Routing Service noch de Validation Service. Creditors mogen deze velden daarom niet opnemen in de huidige Incassomachtigen berichten, aangezien dit zal leiden tot een afwijzing van het gehele bericht.

4.5 Meervoudig ondertekenen

...

Dit hoofdstuk bevat een omschrijving van de algehele berichtstructuur voor het Directoryprotocol, het Transactieprotocol en het Statusprotocol. De volgende paragrafen beschrijven de specifieke velden in de XML berichten voor elk protocol in meer detail. 

Ieder bericht beschreven in deze paragrafen is een XML bericht dat conformeert aan het XML schema in APPENDIX D. 

5.1 General

HTTP

De volgende HTTP header wordt gebruikt voor alle berichten:

...

  • Alle berichten moeten voldoen aan de HTTP 1.1 standaard. Deze is gedefinieerd in RFC 2616 van W3C. Zie http://www.w3.org/Protocols/rfc2616/rfc2616.html voor meer informatie.
  • Een XML request bericht moet worden verstuurd via HTTP POST als body van het bericht.
  • Een XML response bericht moet worden verstuurd als body van een http 200 OK bericht.

XML Header

De volgende XML header wordt gebruikt voor alle berichten:

<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>

Karakterset

  • In alle Incassomachtigen berichten moet de Unicode karakterset worden gebruikt. Alleen de MES-2 subset wordt ondersteund.
  • De codering moet worden gebruikt zoals aangegeven in de HTTP en XML headers: UTF-8 (Unicode Transformation Format).
  • Het gebruik van karakters die geen onderdeel zijn van de Unicode karakterset zal niet leiden tot een weigering van een verzoek, maar het karakter kan gewijzigd worden naar een spatie, vraagteken of asterisk.
  • Het Byte Order Mark (BOM) mag niet worden gebruikt. De UTF-8 representatie van de BOM is de byte sequentie 0xEF,0xBB,0xBF.

...

Alle berichten moeten worden gevalideerd tegen het Incassomachtigen XML Schema (zie Appendix D). Het schema refereert ook naar het XML Digital Signature Schema, welke gebruikt moet worden om het element met de elektronische handtekening te valideren. Het XML Digital Signature Schema is te verkrijgen van W3C via de volgende URL: http://www.w3.org/2000/09/xmldsig#.

...

Note

LET OP: In de pain berichten zijn er elementen waarvoor striktere eisen gelden met betrekking tot het verplicht zijn en het formaat dan gespecificeerd is in de ISO XSD’s. Deze eisen kunnen worden gevonden in de Data Catalogus en in de tabellen die specificeren hoe de ISO berichten gebruikt worden (bijv. in Tabel 13).  

XML Namespace declaratie

...

Attribuut

Verplicht

Toelichting

version

Ja

De waarde moet zijn: 1.0.0

productID

Ja

De waarde refereert naar het product voor welke het Incassomachtigen protocol gebruikt wordt. Moet zijn: NL:BVN:eMandatesCore/:1.0 NL:BVN:eMandatesB2B:1.0 

Let op: Deze attributen worden niet voor elk bericht apart gespecificeerd in deze Gids.  

...

Data element

Attribuut

Formaat

Toelichting waardes

Berichten 

Root element

version

AN..8

1.0.0

Alle

Root element

productID

AN..35

NL:BVN:eMandatesCore:1.0
NL:BVN:eMandatesB2B:1.0

Alle

Data element

Sub-element

Formaat

Toelichting waardes

Berichten

createDateTimestamp

DT

ISO-8601

Alle

Directory

directoryDateTimestamp

DT

ISO-8601

DirectoryResponse

Directory

countryNames

AN..128


DirectoryResponse

Directory

Issuer

 issuerID

ANS..max 11

BIC, ISO9362

DirectoryResponse

Directory

Issuer

 issuerName

AN..max 35


DirectoryResponse

Error

consumerMessage

AN..max 512


ErrorResponse

Error

container

Any


ErrorResponse

Error

errorCode 

CL AN..6

Zie Appendix B

ErrorResponse

Error

errorMessage

AN..max 128


ErrorResponse

Error

errorDetail

AN..max 256


ErrorResponse

Error

suggestedAction

AN..max 512


ErrorResponse

Issuer

issuerAuthenticationURL

AN..max 512


TransactionResponse

Merchant

merchantReturnURL

AN..max 512

Bepaald door de Creditor

TransactionRequest

SignedInfo

Exclusive
CanonicalizationMethod


http://www.w3.org/2001/10/xmlexc-c14n#

Alle

SignedInfo

Signaturemethod


http://www.w3.org/2001/04/xmldsi g-more#rsa-sha256

Alle

SignedInfo

Reference

URI


Must be empty

Alle

SignedInfo

Reference

Transforms


http://www.w3.org/2000/09/xmldsi g#enveloped-signature

Alle

SignedInfo

Reference

Transforms


http://www.w3.org/2001/10/xmlexc-c14n#

Alle

SignedInfo

Reference

DigestMethod


http://www.w3.org/2001/04/xmlen c#sha256

Alle

SignedInfo

Reference

DigestValue


Base64

Alle

SignatureValue


Base64

Alle

KeyInfo

KeyName 


Fingerprint van certificate

Alle

Transaction

container

Any

Te vullen met eMandate ISO pain bericht

  • TransactionRequest
  • StatusResponse

Transaction

entranceCode

ANS..max 40

Bepaald door de Creditor

TransactionRequest

Transaction

expirationPeriod

RDT

ISO 8601 - Bepaald door de Creditor

TransactionRequest

Transaction

language

CL AN..2

ISO 639-1 - Bepaald door de Creditor

TransactionRequest

Transaction

status

CL AN..max 9

Open, Success, Failure, Cancelled, Expired, Pending

StatusResponse

Transaction

statusDateTimestamp 

DT

ISO 8601

StatusResponse

Transaction

transactionID 

PN..16

Bepaald door de Creditor

  • TransactionResponse
  • StatusRequest
  • StatusResponse

Transaction

transactionCreate DateTime stamp

DT

ISO 8601
Bepaald door de Routing Service Provider

TransactionResponse

...


Nr.

Incassomachtigen naam

Omschrijving

Formaat eisen

1

Creditor.AddressLine1

Het Creditor adres – regel 1
Postbus of straatnaam + gebouw + toevoeging (indien aanwezig)

Max70Text

2

Creditor.AddressLine2

Het Creditor adres – regel 2
Postcode, Stad

Max70Text

3

Creditor.Country

Land van het post adres van de Creditor

[A-Z]{2,2}

4

Creditor.CreditorID

Direct Debit ID van de Creditor (NL: IncasantID)

Zoals beschreven in AT-02 (Identifier of the Creditor) in de EPC SDD Implementation Guidelines.

5

Creditor.Name

Naam van de Creditor

Max70Text

6

Creditor.TradeName

Naam van het bedrijf (of dochterbedrijf, label etc.) op welke de Creditor de Incassomachtiging laat registreren. Mag alleen worden gebruikt wanneer het betekenisvol verschilt van de Creditor.Name

Max70Text

7

DateTime

Datum en tijd

UTC time format (YYYY-MM- DDThh:mm:ss.sssZ), ISO 8601.

8

Debtor.AccountName

Naam van de rekeninghouder, wiens rekening wordt gebruikt voor de Incassomachtiging

Max70Text

9Debtor.DebtorBankIDBIC van de Debtor Bank, geselecteerd door de Debtor, zoals getoond in de Debtor bank lijst in de DirectoryResponseBIC (ISO 9362)
10

Debtor.IBAN

Debtor’s rekeningnummer

IBAN (ISO 13616)

11

Debtor.SignerName

Naam van de persoon/personen die de Incassomachtiging ondertekent/ondertekenen. Mag eindigen op ‘e.a.’ in geval meer dan 70 karakters nodig zijn voor meerdere namen van ondertekenaars.

Max70Text

12

eMandate.AmendmentReason

De code van de reden voor het wijzigen van een Incassomachtiging

Moet ‘MD16’ zijn. Dit betekent dat de wijziging aangevraagd is door de Debtor.

13

eMandate.DateTimestamp

Datum en tijd op welke de Incassomachtiging goedgekeurd is door de Debtor in het Debtor bankdomein

UTC time format (YYYY-MM- DDThh:mm:ss.sssZ), ISO 8601.

14

eMandate.DebtorReference

Referentie ID dat de Debtor aan de Creditor identificeert. Wordt afgegeven door de Creditor

Max35Text

15eMandate.eMandateID

Uniek ID (kenmerk machtiging) dat het mandaat definieert en wordt afgegeven door de Creditor

Max35Text. Must be restricted to the SEPA character set

16

eMandate.MaxAmount MaxAmount
ONLY USED IN B2B

Het maximale bedrag per incasso. Alleen in B2B niet in coreCore

Een bedrag tussen 0.01 en 999999999.99 met nul of twee decimalen. Decimalen worden gescheiden door een punt. ActiveCurrencyCode: ’EUR’

17

eMandate.PurchaseID

Een aankoopnummer dat gebruikt kan worden om te refereren voor welke oorspronkelijke aankoop de Incassomachtiging is afgegeven. Creditors wordt aangeraden dit veld alleen te gebruiken als het een andere waarde heeft dan eMandate.Reason

Max35Text

18

eMandate.Reason

Geeft de reden voor de Incassomachtiging aan

Max70Text

19

eMandate.SequenceType

Indiceert het type Incassomachtiging: eenmalige incasso of terugkerend

'OOFF' of 'RCUR'

20eMandate.TransactionIDDe waarde van dit ID wordt overgenomen van Transaction.transactionID transactionID16 cijfers
21

Message.NameID

Refereert naar het type van het validatieverzoek

  • Issuing
  • Amendment
  • Cancellation (alleen B2B, niet Core)
22

ValidationService.ValidationReference

De referentie naar het Incassomachtigen validation log van de Validation Service. Deze referentie wordt gecreëerd door de Validation Service. Deze referentie moet door de Creditor worden gebruikt in het veld ‘Electronic Signature’ van de incasso-opdrachten  (buiten de scope van dit document)

Max128Text

23

eMandate.FrequencyCount
CURRENTLY NOT USED

Het nummer van incasso inningen tijdens een specifieke eMandate.FrequencyPeriod

Is niet toegestaan in de huidige implementatie.

Maximum 18 cijfers. Geen decimalen toegestaan

24eMandate.FrequencyPeriod
CURRENTLY NOT USED

Periode voor het aantal (eMandate.FrequencyCount) incasso inningen

Is niet toegestaan in de huidige implementatie

Zie de eMandate.FrequencyPeriod codelijst

eMandates data elements

...

7. Incassomachtigen Directoryprotocol

7.1 Algemeen

  • Het Directoryprotocol heeft als doel de Creditor de actuele lijst met aangesloten Debtor banken te laten ophalen bij zijn Routing Service, zodat deze lijst getoond kan worden aan de Debtor. Het Directoryprotocol zorgt ervoor dat wijzigingen op de Debtor banklijst automatisch in de keuzelijsten van alle Creditors te zien kunnen zijn. 
  • Het is niet toegestaan het Directoryprotocol voor elke transactie met een Debtor uit te voeren. Aangezien de lijst met Debtor banken slechts sporadisch wijzigt is het voldoende eenmaal per dag de lijst op te halen en op basis van de directoryDateTimestamp te bepalen of de lijst gewijzigd is. De lijst dient, indien deze anders is dan de huidige lijst, opgeslagen te worden en voor alle volgende transacties gebruikt te worden. Routing Services informeren normaliter alle Creditors (bijv. via e-mail) over wijzigingen in de Debtor banklijst. Het Directoryprotocol moet minstens eenmaal per week uitgevoerd worden.
  • Het Directoryprotocol bestaat (zoals ook het Transactieprotocol en Statusprotocol) uit een HTTP POST request van de Creditor naar de Routing Service waarop hij een HTTP response ontvangt. Het DirectoryRequest wordt verstuurd naar de URL die door de Routing Service voor dit doel aan de Creditor is verstrekt. Dit kan een andere URL zijn dan voor het TransactionRequest en StatusRequest geldt, maar de Routing Service kan hier ook dezelfde URL voor gebruiken.
  • De Routing Service controleert de authenticiteit van het bericht van de Creditor door de meegestuurde handtekening te controleren. De Routing Service moet hiervoor beschikken over het gebruikte certificaat van de Creditor met daarin de publieke sleutel. De manier waarop de Creditor het publieke deel van het certificaat met de Routing Service deelt verschilt per bank. Zie Hoofdstuk 11 voor meer informatie omtrent de authenticatie en beveiliging.

7.2 DirectoryRequest

Het DirectoryRequest bestaat uit een XML bericht dat naar de Routing Service verzonden wordt via HTTP POST. 

Tabel 10 De tabel hieronder toont alle velden en hun formaat voor het DirectoryRequest:

Section


Column
width675px

Velden van het DirectoryRequest

   Naam

Omschrijving

 Formaat

createDateTimestamp

Datum en tijd waarop het DirectoryRequest is gecreëerd.

DT

merchantID

eMandate.ContractID zoals dit van de Creditor Bank ontvangen is. Indien het eMandate.ContractID uit minder dan 10 cijfers bestaat, worden voorloopnullen gebruikt.

PN...10

subID

eMandate.ContractSubID, door de Creditor Bank verstrekt aan Creditor, als Creditor aangeeft hier gebruik van te willen maken. Een Creditor kan bij zijn Creditor Bank verzoeken om meerdere subID’s te mogen gebruiken. Hierdoor wordt op de Incassomachtiging niet alleen de  Creditor.Name (de incassant), maar ook de Creditor.TradeName en het relevante Creditor.Address behorende bij het SubID weergegeven (Creditor.Name inzake Creditor.Tradename). Tenzij anders afgesproken met de Creditor Bank dient de Creditor hier 0 (nul) in te vullen als standaard subID (indien geen subIDs worden gebruikt).

N..max6

SignedInfo

Bevat informatie over de digitale handtekening conform de W3C XMLdsig specificaties. Zie Hoofdstuk 11 voor meer informatie

*

SignatureValue

Bevat de digitale handtekening conform de W3C XMLdsig specificaties. Zie hoofdstuk 11 voor meer informatie

*

KeyInfo

Bevat informatie (fingerprint) over het certificaat dat gebruikt is voor het genereren van de meegestuurde digitale handtekening, zodat de ontvanger de juiste public key kan gebruiken voor validatie van de handtekening conform de W3C XMLdsig specificaties. Zie hoofdstuk 11 voor meer informatie

*

*SignedInfo, SignatureValue en KeyInfo zijn XML Signature data elementen die gedefinieerd zijn in de XML-Signature Syntax and Processing (Second Edition) W3C Aanbeveling 10 juni 2008. De digitale handtekening wordt in meer detail beschreven in Hoofdstuk 11. Het XML Digital Signature Schema is beschikbaar bij de W3C op het adres: http://www.w3.org/TR/2002/RECxmldsig-core-20020212/xmldsig-core-schema.xsd# 


Div
stylepadding-left: 1cm
classno-print


Column
width100%

Insert excerpt
iDx DirectoryReq (A)
iDx DirectoryReq (A)
nopaneltrue



...

Het XML bericht dat wordt verzonden door de Creditor naar de Routing Service om de transactie te initiëren worden getoond in onderstaande tabellen: De Incassomachtiging informatie (ISO bericht) wordt in het container element geplaatst in het TransactionRequest. De definitie van het ISO bericht voor een nieuw Incassomachtigen-verzoek (ISO pain.009.001.004), een wijzigingsverzoek (ISO pain.010.001.004) en intrekkingsverzoek (ISO pain.011.001.004) worden getoond in onderstaande tabellen. 


Section


Column
width675px

Velden van het TransactionRequest

Naam

Omschrijving

Formaat

createDateTimestamp

Datum en tijdstip waarop het TransactionRequest bericht is gecreëerd.

DT

issuerID

Het ID (BIC) van de Debtor bank geselecteerd door de Debtor, zoals getoond in de Debtor bank lijst in de DirectoryResponse (Debtor.DebtorBankID).

ANS..max 11

merchantID

eMandate.ContractID zoals dit van de Creditor Bank ontvangen is. Indien het eMandate.ContractID uit minder dan 10 cijfers bestaat, worden voorloopnullen gebruikt.

PN..10

subID

eMandate.ContractSubID, door de Creditor Bank verstrekt aan Creditor, als Creditor aangeeft hier gebruik van te willen maken.

Een Creditor kan bij zijn Creditor Bank verzoeken om meerdere subID’s te mogen gebruiken. Hierdoor wordt op de Incassomachtiging niet alleen de  Creditor.Name (de incassant), maar ook de Creditor.TradeName en het relevante Creditor.Address  behorende bij het SubID weergegeven (Creditor.Name inzake Creditor.Tradename). 

Tenzij anders afgesproken met de Creditor Bank dient de Creditor hier 0 (nul) in te vullen als standaard subID (indien geen subIDs worden gebruikt).

N..max 6

merchantReturnURL

URL van de Creditor waarheen de Debtor na autoriseren van de transactie geredirect moet worden door de Debtor bank en die terugleidt naar de website van de Creditor. (Hoeft niet noodzakelijkerwijs te beginnen met http:// of https://). 

Bijvoorbeeld: https://www.webwinkel.nl/betaalafhandeling

AN..max 512

expirationPeriod

Optioneel: De geldigheidsduur van het transactieverzoek gemeten vanaf ontvangst door de Debtor bank. De Debtor dient de Incassomachtiging te accorderen binnen deze tijd. Als dit niet gebeurt dan wordt de status van de transactie door de Debtor bank op “Expired” gezet.

Waarde volgens ISO 8601: PnYnMnDTnHnMnS. Minimum waarde: PT1M or PT60S (1 minuut); maximum waarde: P7D, PT168H, PT10.080M (7 dagen). De Creditor wordt aangeraden dit veld leeg te laten. 

RDT

language

Door middel van dit veld kan de Debtor bediend worden op de site van de Debtor bank in de taal naar keuze (of zoals deze geselecteerd is op de site van de webwinkel), indien de site van de Debtor bank dit ondersteunt.

Codelijst conform ISO 639-1. (Engels = ‘en’, Nederlands = ‘nl’)

Indien een niet bestaande of niet ondersteunde taal wordt opgegeven wordt de standaardtaal van de Debtor bank gebruikt.

Geadviseerd wordt om alleen “nl” te gebruiken omdat andere talen niet door alle Debtor banken worden ondersteund.

CL AN..2

entranceCode

De Transaction.entranceCode is een ‘authenticatie sleutel’ ten behoeve van continuering van de sessie tussen Creditor en Debtor, zelfs als de bestaande sessie is beëindigd. De Creditor kan hiermee de Debtor herkennen die hoort bij een (inmiddels afgeronde) transactie. De entranceCode moet voor iedere transactie een unieke waarde hebben.

De Transaction.entranceCode wordt hiertoe meegestuurd in de HTTP(S) GET naar de Creditor als parameter achter de merchantReturnURL.  De Transaction.entranceCode dient een minimale variatie van 1 miljoen te hebben. Deze code moet bestaan uit letters en/of cijfers (maximaal 40 posities).

De Transaction.entranceCode wordt aangemaakt door de Creditor. 

ANS..max 40

Container

Deze container bevat de ISO pain berichten. Dit kan een 009 (nieuwe Incassomachtiging), 010 (wijziging) of 011 (intrekking) bericht zijn. Zie tabellen hieronder voor meer informatie.


SignedInfo


*

SignatureValue


*

KeyInfo


*

*SignedInfo, SignatureValue en KeyInfo zijn XML Signature data elementen die gedefinieerd zijn in de XML-Signature Syntax and Processing (Second Edition) W3C Aanbeveling 10 juni 2008. De digitale handtekening wordt in meer detail beschreven in Hoofdstuk 11. Het XML Digital Signature Schema is beschikbaar bij de W3C op het adres: http://www.w3.org/TR/2002/RECxmldsig-core-20020212/xmldsig-core-schema.xsd# 


Div
stylepadding-left: 1cm
classno-print


Column
width100%

Insert excerpt
iDx AcquirerTrxReq (B)
iDx AcquirerTrxReq (B)
nopaneltrue




...

Zoals uitgelegd, worden de mandaat-gerelateerde ISO pain berichten in het container element geplaatst. Het ISO bericht is een gestandaardiseerd bericht, en om die reden bevat het ook elementen die niet worden gebruikt in de Incassomachtigen oplossing. In de hierop volgende tabellen worden slechts de verplichte en aan te raden optionele elementen voor de Incassomachtigen oplossing benoemd. De kolommen van de tabellen bevatten de volgende informatie:

  • Kolom 1 is de index. Deze index is specifiek voor dit document.
  • Kolom 2 geeft de naam van het berichtelement weer zoals gespecificeerd in de ISO 20022 XML standaard, Wanneer een element sub-elementen bevat, zijn deze geïndenteerd en genoteerd met een plusteken minteken (+-) per level.
  • Kolom 3 geeft aan of uitleg over de inhoud van een element (wanneer het element Verplicht of Optioneel gevuld is.)

8.2.2 Inhoud van het container element voor nieuwe Incassomachtiging

Include Page
eMandate Initiation Incassomachtigen Initiatie request from van Creditor to aan Routing ServiceeMandate Initiation
Incassomachtigen Initiatie request from van Creditor to aan Routing Service

8.2.3 Inhoud van het container element voor wijzigen bestaande Incassomachtiging

...

De volgende tabel beschrijft welke elementen de Creditor naar de Routing Service stuurt in het TransactionRequest, voor een Incassomachtiging wijziging

Include Page
eMandate Amendment Incassomachtigen Wijzigen request from van Creditor to naar Routing ServiceeMandate Amendment
Incassomachtigen Wijzigen request from van Creditor to naar Routing Service

8.2.4 Inhoud van het container element voor Incassomachtigen intrekking

...

De volgende tabel beschrijft welke elementen de Creditor naar de Routing Service stuurt in het TransactionRequest, voor een Incassomachtigen intrekking. 

Include Page
eMandate CancellationseMandate CancellationsIncassomachtigen Intrekking
Incassomachtigen Intrekking

8.3 TransactionResponse

Als de Incassomachtigen transactie goed verloopt reageert de Routing Service op het TransactionRequest met een Transactionresponse. De tabel hieronder toont alle velden die voorkomen in het TransactionResponse bericht. De TransactionResponse heeft geen container, dus bevat dit antwoord geen ISO bericht (dit is anders in geval van een foutbericht, zie Hoofdstuk 10 over foutafhandeling).

...

Include Page
eMandate Acceptance Report - NL
eMandate Acceptance Report - NL

9.4 Foutsituaties tijdens het uitvoeren van het Statusprotocol

...

errorCode

errorMessage 

errorDetail

Komt als Error alleen voor in

IX1100

Received XML not valid

Field generating error: location-reference in XML message


IX1200

Encoding type not UTF-8


IX1300

XML version number invalid


IX1600

Mandatory value missing


SO1000

Failure in system

System generating error: Issuer/Acquirer


SO1100

Issuer unavailable

TransactionResponse

SO1200

System busy. Try again later


SO1400

Unavailable due to maintenance


SE2000

Authentication error

Field generating error: location-reference in XML message


SE2100

Authentication method not supported


BR1200Version number invalid
BR1205ProductID invalid
BR1210Value contains non-permitted character
BR1220Value too long
BR1230Value too short
BR1270Invalid date/time
BR1280Invalid URLTransactionResponse
AP1100MerchantID unknown
AP1200IssuerID unknownTransactionResponse
AP1300SubID unknownDirectoryResponse
TransactionResponse
AP1500MerchantID not active
AP2600Transaction does not existStatusResponse
AP2920Expiration period is not validTransactionResponse
AP3000

eMandates specific error
Details van de fout kunnen worden gevonden in het ISO pain.012 error acceptance bericht.


...